Cursus noten lezen en zingen


Toelichting
Om teksten te kunnen lezen wordt met kinderen vanaf ± 6 jaar dagelijks geoefend. Daarna blijft men dagelijks lezen. Ook bij het leren lezen van noten en zeker bij het kunnen zingen van die noten moet men ook dagelijks oefenen en daarna blijven lezen. Wil men dus echt vanaf het notenschrift kunnen zingen dan moet er daarom elke dag geoefend worden.
Op scholen werd daarvoor de methode Gehrels gebruikt met het zgn. handzingen. Via de computer gaat dat wat lastiger, maar in deze cursus wordt wel gebruikt gemaakt van het relatieve notensysteem met do-re-mi enz.
Het voordeel van deze methode is dat men hiermee de verschillende intervallen leert beheersen. Die intervallen zijn relatief t.o.v. het absolute notensysteem a-b-c-d enz.
De verschillende oefeningen zijn dus op een andere toonhoogte, maar de interval is in principe dezelfde.
De oefeningen worden aangeboden zonder voortekening (kruisen of mollen) tot en met 3 kruisen of 3 mollen.
Bij meer kruisen of mollen staat de noten op een vergelijkbare hoogte in de notenbalk en het lezen daarvan is dus vergelijkbaar.
Ter verduidelijking:
Bij 4 kruisen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 3 mollen (e-es).
Bij 4 mollen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 3 kruisen (as-a).
Bij 5 kruisen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 2 mollen (b-bes.
Bij 5 mollen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 2 kruisen (des-d).
Bij 6 kruisen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 1 mol (fis-f).
Bij 6 mollen staat de do op dezelfde hoogte in de notenbalk als bij 1 kruis (ges-g).
Ook een kenmerk van de Gehrels methode is het 'keer-om-principe'. Dat betekent dat enerzijds men een toon zingt op de aangegeven toonhoogte en anderzijds de toonhoogte moet aangeven bij een gezongen toon.

Daarom zijn ook de oefeningen in knoppen met do-re-mi enz. en oefeningen met noten in de notenbalk en oefeningen met alleen toonhoogte.

Grote terts - Kleine terts  
Een grote terts toonladder kenmerkt zich met de cadens do-re-mi-re-do-ti-do:
Een kleine terts toonladder kenmerkt zich met de cadens la-ti-do-ti-la-so-la:

 

Met vragen en opmerkingen kunt u via e-mail terecht bij


Vragen en antwoorden

  • Waarom heet het een G-sleutel?
    De G-sleutel geeft de lijn aan waar de g staat. Deze sleutel wordt ook wel vioolsleutel genoemd.
    Als de G-sleutel wordt getekend, begint men bij het puntje op de tweede lijn van onder.
    In de afbeelding staat de noot dus op de lijn van de g.

  • Waarom heet het een F-sleutel?
    De F-sleutel geeft de lijn aan waar de f staat. Deze sleutel wordt ook wel bassleutel genoemd.
    Als de F-sleutel wordt getekend, begint met bij de dikke stip op de tweede lijn van boven.
    In de afbeelding staat de noot dus op de lijn van de f.

  • Wat betekent de 8 onder een G-sleutel?
    Deze sleutel wordt vaak gebruikt bij de tenorpartij. Zij zingen een octaaf (8 tonen) lager.


     
  • Toevallige verhogingen of verlagingen
    De voortekening in kruisen of mollen aan het begin van een muziekstuk gelden voor het hele muziekstuk,
    maar er is 'onderweg' ook wel een kruis of mol te zien. Dat noemen we een toevallige verhoging (kruis) of verlaging (mol). Deze geldt dan voor elke noot op dezelfde hoogte alleen in die maat.
    Een toevallige verhoging of verlaging kan ook worden aangegeven met een 'herstellingsteken'
    Daarmee wordt het kruis of de mol ongedaan gemaakt door de rest van die maat.

  • Wat zijn kerktoonsoorten?
    Jonisch: do-re-mi-fa-so-la-ti-do
    Dorisch: re-mi-fa-so-la-ti-do-re
    Phrygisch: mi-fa-so-la-ti-do-re-mi
    Lydisch: fa-so-la-ti-do-re-mi-fa-
    Mixo-lydisch: so-la-ti-do-re-mi-fa-so
    Aeolisch: la-ti-do-re-mi-fa-so-la
    De voorvoeging Hypo betekent dat de grondtoon (de eerste in de aangegeven rij) midden in de toonladder staat. Dus Hypo mixo-lydisch is: re-mi-fa-so-la-ti-do-re
    De meeste voorbeelden hiervan zijn te vinden in de psalmen.
  • Kun je een toevallige verhoging/verlaging ook op notennamen zingen?
    Een toevallige verhoging zingen we met uu achter de eerste letter.
    Een toevallige verlaging zingen we met oe achter de eerste letter.

  • Wat is een harmonische toonladder?
     De harmonische toonladder is een toonladder in kleine terts met een verhoging op de 7e toon:
    la-ti-do-re-mi-fa-su-la

  • Wat is een zigeuner toonladder?
     De zigeuner toonladder is een toonladder in kleine terts met een verhoging op de 4e en 7e toon:
    la-ti-do-ru-mi-fa-su-la

  • Wat is een opmaat?
    Als de eerste maat van een muziekstuk minder tellen in de maat heeft dan de volgende maten, dan noemt men die eerste maat een opmaat.

  • Wat is een syncope?
    Normaal valt het maataccent op de eerste tel van de maat. Bij 4/4 en 6/8 maat vaak een lichter accent halverwege de maat. Een syncope doet dat accent verschuiven naar de volgende tel.